ECLI:NL:CRVB:2011:BT1747
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.G. Rottier
- H. Bolt
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Geen recht op WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid na ziekmelding vanuit WW-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, waarin werd geoordeeld dat appellant geen recht heeft op een WIA-uitkering. Appellant had zich ziek gemeld vanuit een WW-uitkering vanwege een toename van klachten door de ziekte van Crohn. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat appellant met ingang van 7 januari 2008 niet arbeidsongeschikt was in de zin van de Wet WIA, omdat zijn arbeidsongeschiktheid was vastgesteld op minder dan 35%.
De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat de conclusie dat appellant geen recht had op ziekengeld, gerechtvaardigd was. De rechtbank baseerde zich op de bevindingen van zowel de verzekeringsarts als de bezwaarverzekeringsarts, die appellant hadden onderzocht en de informatie van de huisarts hadden meegenomen in hun beoordeling. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid van appellant.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn eerdere gronden en betoogde dat het Uwv zijn belastbaarheid had overschat. De Centrale Raad van Beroep bevestigde echter de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen nieuwe gezichtspunten waren gepresenteerd die tot een ander oordeel konden leiden. De Raad stelde vast dat appellant geschikt was voor ten minste één van de functies die in het kader van de Wet WIA waren geselecteerd.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 14 september 2011.