ECLI:NL:CRVB:2011:BR7107
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- E.J.M. Heijs
- A.A.M. Mollee
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) wegens niet woonachtig op het opgegeven adres
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg, waarin zijn aanvraag om bijstand op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) werd afgewezen. Appellant had op 11 januari 2008 een aanvraag ingediend, maar het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen heeft deze aanvraag afgewezen op basis van onderzoek waaruit bleek dat appellant zijn hoofdverblijf niet had op het opgegeven adres. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 16 augustus 2011 was appellant niet aanwezig, maar zijn advocaat, mr. R.C.C.M. Nadaud, heeft het hoger beroep ingesteld. Het College heeft een verweerschrift ingediend en werd vertegenwoordigd door M.H. Hoogestegen en J.C. Becker. Appellant voerde aan dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat hij niet op het opgegeven adres woonde, en dat zijn werkzaamheden als internationaal vrachtwagenchauffeur de reden waren voor zijn afwezigheid.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de vraag waar iemand zijn woonadres heeft, beantwoord moet worden aan de hand van concrete feiten en omstandigheden. De Raad concludeerde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij op het opgegeven adres woonachtig was, en dat er voldoende aanwijzingen waren dat hij in Duitsland woonde. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.