ECLI:NL:CRVB:2011:BR6676
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. C.A.J. de Roy van Zuydewijn, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht. De rechtbank had op 12 januari 2010 een uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 september 2011 uitspraak gedaan.
Tijdens de procedure heeft het Uwv op 21 december 2010 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarover de Raad ook een oordeel heeft gegeven. Appellant heeft zich met deze nieuwe beslissing kunnen verenigen, wat leidde tot de conclusie dat er geen inhoudelijk geschil meer bestond tussen partijen. Hierdoor heeft de Raad het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang.
De Raad heeft tevens geoordeeld dat het Uwv moet worden veroordeeld in de kosten die appellant heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De kosten zijn begroot op € 644,- in beroep en € 874,- in hoger beroep. Daarnaast is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente over de na te betalen uitkering. De uitspraak is openbaar gedaan en de kostenveroordeling is vastgesteld op een totaalbedrag van € 1518,--, inclusief het griffierecht van € 151,-- dat het Uwv aan appellant moet vergoeden.