ECLI:NL:CRVB:2011:BR4110

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
3 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-6027 VALYS
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning hoog persoonlijk kilometerbudget aan appellant met scootmobiel

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 augustus 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van Argonaut Advies B.V. inzake de toekenning van een hoog persoonlijk kilometerbudget (PKB). Appellant, die in 1962 is geboren, had op 17 september 2008 een aanvraag ingediend bij Argonaut voor een hoog PKB, omdat hij vanwege ergonomische redenen niet met de trein kon reizen. Hij maakt gebruik van een scootmobiel, waarvan het gewicht samen met dat van hemzelf het door de NS toegestane maximum van 250 kilogram overschrijdt. Argonaut had de aanvraag op 8 januari 2009 afgewezen, en dit besluit werd later door de rechtbank Rotterdam bevestigd.

De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat appellant, gezien de tekst van het Protocol inzake de afhandeling van indicatie aanvragen voor een hoog PKB, in aanmerking komt voor de toekenning van dit budget. De Raad oordeelde dat appellant in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet kon weten dat hij mogelijk niet onder de regeling zou vallen. Dit oordeel was gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel, dat vereist dat Argonaut gehouden is om appellant een hoog PKB toe te kennen.

De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en Argonaut werd opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met de uitspraak van de Raad. Tevens werd Argonaut veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.196,-- bedroegen, en moest Argonaut het griffierecht van € 146,-- vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid voor aanvragers van voorzieningen in het kader van sociale zekerheid.

Uitspraak

09/6027 VALYS
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant)
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 25 september 2009, 09/1405 (hierna: aangevallen uitspraak)
in het geding tussen:
appellant
en
Argonaut Advies B.V., gevestigd te Bilthoven, (hierna: Argonaut)
Datum uitspraak: 3 augustus 2011
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. I. Winia, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand, hoger beroep ingesteld.
Argonaut heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting van de enkelvoudige kamer van de Raad heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2010. Appellant is met voorafgaand bericht niet verschenen. Argonaut heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.R.D. Koster-Filemieg, werkzaam bij USG juristen.
Na de behandeling ter zitting is de zaak verwezen naar de meervoudige kamer.
Het nadere onderzoek ter zitting heeft vervolgens plaatsgevonden op 6 april 2011. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Winia. Argonaut heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L. Stové en S. Heemstra.
II. OVERWEGINGEN
1.1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.2. Appellant, geboren in 1962, heeft op 17 september 2008 bij Argonaut een voorziening aangevraagd in de vorm van een hoog persoonlijk kilometerbudget (hierna: hoog pkb). Appellant heeft bij deze aanvraag vermeld dat hij vanwege ergonomische redenen niet met de trein kan reizen. Appellant maakt gebruik van een scootmobiel en weegt samen met zijn scootmobiel meer dan het door de NS voor vervoer per trein gestelde maximum van 250 kilogram.
1.3. Argonaut heeft de aanvraag van appellant bij besluit van 8 januari 2009 afgewezen.
1.4. Naar aanleiding van het tegen het besluit van 8 januari 2009 gemaakte bezwaar heeft de arts drs. E.C.M. Molijn (hierna: Molijn), werkzaam bij Argonaut, in zijn rapport van 11 maart 2009 onder meer geconcludeerd dat appellant zich, eventueel met gebruikmaking van een (leen)rolstoel, door Valys naar een (rolstoel)toegankelijk station kan laten vervoeren. Daar kan hij met assistentie van NS-Reizigers op het perron en in de trein komen, overstappen en aan het einde van de treinreis uit de trein komen. Vervolgens kan hij zich door Valys naar de eindbestemming laten brengen. Het gewicht van de scootmobiel en van appellant samen is voor vervoer door de NS de te zwaar, maar het is voor appellant niet medisch noodzakelijk om per scootmobiel te reizen. Hij kan de reis ook in een (leen)rolstoel afleggen. De bezwaararts ziet ook overigens geen bijzondere omstandigheden die afwijking van de criteria zoals die zijn neergelegd in het Protocol inzake de afhandeling van indicatie aanvragen hoog persoonlijk kilometerbudget Bovenregionaal Vervoer Gehandicapten, versie 1 oktober 2007, (hierna: Protocol) kunnen rechtvaardigen.
1.5. Bij besluit van 20 maart 2009 heeft Argonaut het bezwaar van appellant tegen het besluit van 8 januari 2009 onder verwijzing naar het rapport van Molijn ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit van 20 maart 2009 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geen grond gezien om te oordelen dat Argonaut niet in overeenstemming met het Protocol de aanvraag heeft afgewezen, dan wel een uitzondering op het Protocol had moeten maken. Uitgaande van het feit dat appellant gebruik zou kunnen maken van een op zijn gewicht berekende rolstoel - in plaats van een scootmobiel - zal het maximale gewicht van de zogenaamde “mens-machinecombinatie” niet worden overschreden. Daardoor is niet gebleken dat appellant in het geheel niet per trein kan reizen.
3. Appellant heeft zich in hoger beroep tegen deze uitspraak gekeerd en aangevoerd dat hem op medische gronden een zwaardere scootmobiel (belastbaar tot 175 kilogram) is verstrekt. Vanwege zijn gewicht en lichaamsomvang past hij niet in een leenrolstoel.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. In het Protocol is aangegeven:
“De aanvrager komt in aanmerking voor een hoog PKB wanneer:
1. De aanvrager beschikt over een Valys-pas, en
2. niet in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart bestuurder, en
3. gebruik moet maken van een rolstoel of scootmobiel waarvan gewicht en/of maatvoering in combinatie met de aanvrager (de zogenaamde “mens-machinecombinatie”) zodanig is dat reizen per trein onmogelijk is, en/of
4. door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat is, al dan niet met begeleiding, met de trein te reizen.”
4.2. Tussen partijen is niet in geschil dat het gewicht van appellant en zijn scootmobiel samen hoger is dan het door de NS toegestane maximum van 250 kilogram. Argonaut heeft ter zitting van de Raad verklaard dat hetgeen in het Protocol onder 3 is opgenomen, uitsluitend betrekking heeft op situaties waarbij de aanvrager - uit en thuis - zodanig gebonden is aan zijn rolstoel dat hij daaruit niet zonder meer kan worden getransfereerd. De gemachtigde van Argonaut heeft voorts aangegeven dat een dergelijke situatie in het geval van een scootmobiel niet goed denkbaar is, en de scootmobiel eigenlijk niet in de regeling thuishoort.
4.3. De Raad is van oordeel dat appellant, gelet op de tekst van hetgeen in het Protocol onder 3 is opgenomen, in aanmerking komt voor een hoog PKB. Wat er verder ook zij van de uitleg van dit punt van de regeling door Argonaut, appellant had naar het oordeel van de Raad in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet kunnen weten dat hij - mogelijkerwijs - niet onder het bereik van de regeling zou vallen. De Raad concludeert dat Argonaut reeds op grond van het rechtszekerheidsbeginsel gehouden is tot toekenning aan appellant van een hoog pkb.
4.4. Het vorenstaande betekent dat de aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd en dat het inleidend beroep ongegrond dient te worden verklaard.
5. Er is aanleiding om Argonaut te veroordelen in de proceskosten. Deze worden voor proceskosten begroot op € 322,-- in beroep en € 874,-- in hoger beroep.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Vernietigt de aangevallen uitspraak;
Verklaart het beroep gegrond;
Vernietigt het besluit van 20 maart 2009;
Bepaalt dat Argonaut een nieuw besluit op bezwaar neemt met inachtneming van deze uitspraak;
Veroordeelt Argonaut in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.196,--.
Bepaalt dat Argonaut aan appellant het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 146,-- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door R.M. van Male als voorzitter en G.M.T. Berkel-Kikkert en H.J. de Mooij als leden, in tegenwoordigheid van P.J.M. Crombach als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 augustus 2011.
(get.) R.M. van Male.
(get.) P.J.M. Crombach.
HD