ECLI:NL:CRVB:2011:BR1545
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Weigering van Ziektewet-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin de weigering van een Ziektewet-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aan de orde is. Appellant, die zich ziek had gemeld wegens gewrichtsklachten, ontving eerder een uitkering op basis van de Werkloosheidswet. Op 18 augustus 2008 heeft de arts M.C.E. Luwel appellant geschikt geacht voor arbeid, waarna het Uwv hem meedeelde dat hij geen recht meer had op een Ziektewet-uitkering. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door de bezwaarverzekeringsarts J.W. Heijltjes, die concludeerde dat er geen objectieve medische argumenten waren om het eerdere advies te herzien.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat het besluit op een zorgvuldige medische beoordeling berustte. Appellant heeft in hoger beroep zijn eerdere stellingen herhaald en benadrukt dat zijn klachten zijn onderschat. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de argumenten van appellant niet nieuw waren en dat de eerdere beoordeling door de rechtbank op goede gronden was gemaakt. De Raad concludeert dat er geen aanwijzingen zijn dat de belastbaarheid van appellant op de datum in geding is gewijzigd ten opzichte van de eerder vastgestelde belastbaarheid.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. Er zijn geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat de proceskosten niet worden vergoed. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met Ch. van Voorst als voorzitter en C.P.J. Goorden en M. Greebe als leden.