ECLI:NL:CRVB:2011:BQ5764
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de aangevallen uitspraak inzake proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 22 juli 2010. Appellant, vertegenwoordigd door mr. F. Jagersma, had hoger beroep ingesteld omdat de rechtbank zijn verzoek om proceskostenvergoeding had afgewezen. De rechtbank oordeelde dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor een proceskostenveroordeling, omdat er geen tegemoetkoming was van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de bezwaren van appellant.
In hoger beroep stelde appellant dat er zowel formeel als materieel tegemoetgekomen was aan zijn bezwaren. De Raad overwoog dat de aangevallen uitspraak niet op de juiste wijze tot stand was gekomen. De rechtbank had verzuimd om appellant opnieuw toestemming te vragen voor het afdoen van de zaak buiten zitting, nadat appellant zijn beroep had ingetrokken en om proceskostenvergoeding had verzocht. Dit verzuim was in strijd met artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad oordeelde dat de aangevallen uitspraak vernietigd moest worden en dat de Minister in de proceskosten van appellant moest worden veroordeeld. De proceskosten werden begroot op € 874,--, inclusief de kosten voor rechtsbijstand in zowel beroep als hoger beroep. De Minister werd ook veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht van € 152,-- aan appellant. De uitspraak werd openbaar uitgesproken, waarbij de Raad de beslissing nam om de aangevallen uitspraak te vernietigen en de Minister te veroordelen in de proceskosten.