ECLI:NL:CRVB:2011:BQ4554
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- E.J.M. Heijs
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand en schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, die zijn beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ongegrond heeft verklaard. Appellant had op 27 juli 2007 een aanvraag om bijstand ingediend, maar het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage heeft deze aanvraag op 28 augustus 2007 afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de stelling dat appellant had aangegeven meer dan 40 uur per week als zelfstandige te werken en voldoende inkomsten te verwerven. Appellant heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing.
Vervolgens heeft appellant op 22 oktober 2007 opnieuw bijstand aangevraagd. Het College heeft hem verzocht om diverse documenten in te leveren, maar appellant heeft niet voldaan aan de wettelijke inlichtingenverplichting. De rechtbank heeft in haar uitspraak overwogen dat appellant niet alle gevraagde gegevens heeft overgelegd en dat hij niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij niet in staat was om het aanvraagformulier volledig in te vullen en dat hij niet duidelijk was over welke informatie van hem werd verlangd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelt dat de intentie van appellant om de juiste informatie te verstrekken niet voldoende is om te voldoen aan de wettelijke inlichtingenverplichting. De Raad concludeert dat appellant niet heeft aangetoond dat hij op het moment van de aanvraag voldeed aan de vereisten voor bijstand. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.