ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3906
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak van de rechtbank Zutphen inzake hoger beroep van appellant tegen het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen van 3 maart 2010, waarin de rechtbank uitspraak deed in een geschil tussen appellant en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn. De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 april 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep, waarbij het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 24 augustus 2010 ter zitting is behandeld. Tijdens deze zitting zijn partijen niet verschenen.
De Raad heeft in zijn uitspraak van 24 augustus 2010 zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het hoger beroep, omdat de aangevallen uitspraak een uitspraak van de rechtbank betreft waartegen geen hoger beroep kan worden ingesteld volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Beroepswet. Appellant heeft in zijn verzet geen nieuwe argumenten aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een doorbreking van het wettelijk appelverbod, dat alleen kan plaatsvinden bij evidente schending van beginselen van een goede procesorde of fundamentele rechtsbeginselen.
De Raad heeft geconcludeerd dat er geen grond is om aan het appelverbod voorbij te gaan en heeft het verzet van appellant ongegrond verklaard. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter A.B.J. van der Ham en griffier R. Scheffer.