ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3334
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bijstandsverlening onder aftrek van inkomsten uit lening van moeder
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank Assen, waarin de bijstandsverlening onder aftrek van inkomsten uit een lening van de moeder van appellant aan de orde is. Appellanten hebben op 24 oktober 2007 een aanvraag ingediend voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen heeft bij besluit van 24 januari 2008 bijstand verleend, maar met aftrek van de inkomsten die appellanten uit de toelage van de moeder van appellant en van de voorlopige teruggave die aan appellante was toegekend. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen deze aftrek, wat heeft geleid tot een procedure bij de rechtbank en uiteindelijk bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat de moeder van appellant geen lening heeft verstrekt met een concrete en daadwerkelijke aflossingsverplichting. De bedragen die de moeder ter beschikking heeft gesteld, moeten worden gerekend tot de middelen waarover appellanten konden beschikken in de zin van artikel 31 van de WWB. De Raad oordeelt dat het niet gaat om een schenking, maar dat de civielrechtelijke verhouding tussen appellanten en de moeder niet relevant is voor de toepassing van de WWB. Appellanten hebben in de periode van september 2007 tot en met januari 2008 maandelijks € 1.000,-- van de moeder ontvangen, maar de Raad concludeert dat deze bedragen niet als een lening kunnen worden aangemerkt, omdat er geen reële terugbetalingsverplichting aan verbonden was.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellanten niet slaagt. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met C. van Viegen als voorzitter en A.B.J. van der Ham en O.L.H.W.I. Korte als leden, in aanwezigheid van griffier J. van Dam.