ECLI:NL:CRVB:2011:BP2249

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-1852 ZW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake sociale zekerheidswetgeving

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 januari 2011 uitspraak gedaan over de rectificatie van een eerdere uitspraak van 3 november 2010, met zaaknummer 09/1852 ZW. De Raad heeft vastgesteld dat de eerdere uitspraak een kennelijke fout bevatte, met name in de overwegingen en de beslissing met betrekking tot de proceskosten. Partijen, waaronder de appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), hebben geen bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde rectificatie. De Raad heeft de onjuistheden in de overwegingen gecorrigeerd en de juiste weergave van de beslissing vastgesteld. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, terwijl de oorspronkelijke uitspraak daaruit zal worden verwijderd. De Raad heeft ook de proceskosten van de appellant vergoed, waarbij de kosten voor verleende rechtsbijstand zijn begroot op € 644,- in beroep en € 322,- in hoger beroep. De uitspraak is gedaan door een enkelvoudige kamer, met C.P.J. Goorden als voorzitter en A.A.H. Schifferstein en J.J.T. van den Corput als leden, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de rectificatie.

Uitspraak

09/1852 ZW-R
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 3 november 2010, 09/1852 ZW
Partijen:
1. [Appellant] wonende te [woonplaats] (hierna: appellant);
2. de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 26 januari 2011
I. PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 3 november 2010 een kennelijke fout bevat.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak.
Partijen hebben de Raad bericht geen bezwaar te hebben tegen de rectificatie van de uitspraak.
II. OVERWEGINGEN
De Raad heeft vastgesteld dat in de overwegingen en in de beslissing van zijn uitspraak van 3 november 2010 betreffende de proceskosten onjuistheden staan vermeld.
In overweging 4 van de uitspraak stond vermeld:
4. De Raad acht termen aanwezig om het Uwv met toepassing van artikel 8:75 van de Awb te veroordelen in de proceskosten van appellant. Deze kosten worden voor verleende rechtsbijstand begroot op € 644,- in beroep en op
€ 644, - in hoger beroep.
Overweging 4 wordt nu:
4. De Raad acht termen aanwezig om het Uwv met toepassing van artikel 8:75 van de Awb te veroordelen in de proceskosten van appellant. Deze kosten worden voor verleende rechtsbijstand begroot op € 644,- in beroep en op
322, - in hoger beroep.
De juiste weergave van rubriek “Beslissing”dient derhalve te worden:
Vernietigt de aangevallen uitspraak;
Verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
Bepaalt dat het Uwv alsnog een beslissing neemt op het bezwaar van appellant;
Veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant in beroep en hoger beroep tot een bedrag groot € 966,-, waarvan € 322,- te betalen aan de griffier van de Raad;
Bepaalt dat het Uwv aan appellant het betaalde griffierecht van in totaal € 147,- vergoedt.
De hiervoor weergegeven wijziging wordt in een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak hersteld.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl en de oorspronkelijke uitspraak zal daaruit worden verwijderd. Het LJN-nummer van de gerectificeerde uitspraak zal gelijk zijn aan dat van de oorspronkelijke uitspraak.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep:
rectificeert zijn uitspraak van 3 november 2010, 09/1852 ZW als onder rubriek II is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door C.P.J. Goorden als voorzitter en A.A.H. Schifferstein en J.J.T. van den Corput als leden, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 januari 2011.
(get.) C.P.J. Goorden.
(get.) R.L. Rijnen.
CVG