ECLI:NL:CRVB:2011:BP0933
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die door het Uwv was vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij de rechtbank Zwolle-Lelystad eerder het besluit van het Uwv had vernietigd. Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. L.E. Nijk, stelde dat het bestreden besluit op een onjuiste medische grondslag berustte en dat hij volledig arbeidsongeschikt was. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft hij verklaringen van zijn huisarts en behandelende psychologen ingediend.
De Raad heeft dr. P. Naarding als deskundige benoemd, die op 13 juli 2010 een rapport heeft uitgebracht. In dit rapport concludeerde de deskundige dat appellant lijdt aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS), maar ook dat er geen aanwijzingen waren voor psychische problematiek bij de huisarts of het Uwv. De deskundige merkte op dat appellant zich tijdens het onderzoek weinig coöperatief opstelde en dat er discrepanties in zijn verhaal waren. De Raad volgt in zijn oordeel de deskundige, omdat het rapport zorgvuldig en consistent was.
De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om af te wijken van de hoofdregel dat het oordeel van de deskundige wordt gevolgd, en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 14 januari 2011.