ECLI:NL:CRVB:2010:BO8958
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- H.J. Simon
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van Wajong-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, die op 9 april 2010 haar beroep tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaarde. Het Uwv had op 23 april 2009 besloten om de Wajong-uitkering van appellante in te trekken, omdat haar arbeidsongeschiktheid per 19 januari 2009 was afgenomen naar minder dan 25%. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.J.G. Tijhuis, heeft hoger beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van 12 november 2010. Het Uwv was vertegenwoordigd door mr. F.H. Put.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de Wajong-regelgeving zoals die gold tot 1 januari 2010. De Raad oordeelt dat de rechtbank de medische beoordeling door het Uwv zorgvuldig heeft uitgevoerd en dat er geen nieuwe argumenten zijn aangevoerd door appellante in het hoger beroep. De Raad bevestigt dat de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid op de datum in geding een zelfstandige beoordeling is en dat eerdere beoordelingen niet relevant zijn voor deze zaak.
De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Brand als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 24 december 2010.