ECLI:NL:CRVB:2010:BO6138
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- C.P.J. Goorden
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van ZW- en WAZO-uitkering na frauderapport
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van de Ziektewet (ZW) en Wet arbeid en zorg (WAZO) uitkeringen van appellante. De Raad oordeelde dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) voldoende aannemelijk had gemaakt dat appellante in de periode van 2 januari tot en met 26 februari 2006 niet in dienst was van het uitzendbureau. Dit oordeel was gebaseerd op een frauderapport dat op zorgvuldige wijze was opgesteld en waarin verklaringen van diverse inleners waren opgenomen. Appellante had geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die de Raad deden twijfelen aan de juistheid van deze verklaringen.
De procedure begon met een besluit van het Uwv op 25 april 2008, waarin de bezwaren van appellante tegen eerdere besluiten ongegrond werden verklaard. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze besluiten ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad. Tijdens de zitting op 20 oktober 2010 was appellante vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. Gonesh, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. M.J.F. Bär.
De Raad concludeerde dat het Uwv terecht de uitkeringen had ingetrokken en de onverschuldigd betaalde bedragen had teruggevorderd. Appellante had niet aangetoond dat zij daadwerkelijk werkzaamheden had verricht en de Raad zag geen aanleiding om een deskundige te benoemen, zoals door appellante was verzocht. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, en de Raad wees een proceskostenveroordeling af.