ECLI:NL:CRVB:2010:BN8401
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- R.C. Stam
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WAO-uitkering met betrekking tot arbeidsongeschiktheid en functiegeschiktheid
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van een WAO-uitkering van appellant, die sinds 9 april 1990 een uitkering ontvangt. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Assen. Appellant stelde dat zijn uitkering in het verleden onterecht was verlaagd, omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij recht had op een uitkering gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van 35-45%, terwijl hij zijn volledige loon ontving. De Raad oordeelt dat deze stelling niet juist is en verwijst naar de gedingstukken, waaronder rapporten van de arbeidsdeskundige en eerdere besluiten van het Uwv, waaruit blijkt dat de uitkering in de relevante periode correct was vastgesteld op 25-35% en later op 35-45% na aanpassing van zijn werkzaamheden.
De Raad overweegt verder dat de functie van vrachtwagenchauffeur, die appellant als te zwaar beschouwt, niet de enige functie is die in aanmerking komt voor de beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid. Zelfs als deze functie zou vervallen, zijn er voldoende andere functies beschikbaar die de schatting van zijn arbeidsongeschiktheid niet zouden beïnvloeden. De Raad concludeert dat de argumenten van appellant in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten bieden die de eerdere beslissing van de rechtbank zouden kunnen ondermijnen.
Uiteindelijk bevestigt de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank, waarbij de herziening van de uitkering en de terugvordering door het Uwv worden gehandhaafd. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.