ECLI:NL:CRVB:2010:BN7676
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T. Hemelrijk-van den Oudenalder
- H.J. Simon
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Intrekking en weigering heropening WAO-uitkering na deskundigenonderzoek
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellante en de weigering om deze uitkering te heropenen. Appellante, geboren in 1975, was werkzaam in Sittard en moest op 30 maart 2003 haar werkzaamheden staken vanwege nek- en schouderklachten. Haar uitkering werd op 28 maart 2004 toegekend, met een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Op 13 december 2006 trok het Uwv haar uitkering in, met de stelling dat appellante met inachtneming van haar beperkingen in staat was om in andere functies haar maatmaninkomen te verdienen. Dit besluit werd na bezwaar gehandhaafd.
De voorzieningenrechter verklaarde het beroep van appellante tegen de besluiten van het Uwv ongegrond. Appellante ging in hoger beroep, waarbij haar gemachtigde, mr. D. Grégoire, een groot aantal medische stukken overlegde. De Centrale Raad van Beroep besloot een neuropsychiater, D.H.J. Boeykens, in te schakelen voor een deskundigenonderzoek. De deskundige concludeerde dat appellante op de relevante data meer beperkingen had dan het Uwv had vastgesteld in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML).
De Raad oordeelde dat de besluitvorming van het Uwv op een onjuiste grondslag berustte en vernietigde de besluiten van het Uwv, evenals de aangevallen uitspraak. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 966,- bedroegen. De Raad bepaalde dat het Uwv nieuwe besluiten op bezwaar moest nemen, rekening houdend met deze uitspraak. De uitspraak werd openbaar gedaan op 17 september 2010.