ECLI:NL:CRVB:2010:BN6368
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- R. Kooper
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding op basis van nieuw kwijtscheldingsbeleid na fraude
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin het verzoek om kwijtschelding van een schuld werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 augustus 2010 uitspraak gedaan. Appellante had een verzoek ingediend om kwijtschelding van een vordering die was ontstaan door verzwegen inkomsten uit arbeid, waarvoor zij een boete had gekregen. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam had het verzoek om kwijtschelding afgewezen, omdat appellante nog geen tien jaar had afgelost op de schuld, zoals vereist door het nieuwe kwijtscheldingsbeleid dat sinds 1 januari 2005 van kracht is.
De rechtbank had in haar eerdere uitspraak geoordeeld dat het nieuwe beleid van toepassing was, en dat appellante niet kon aantonen dat haar verwachtingen waren gewekt dat het oude beleid zou worden toegepast. In hoger beroep heeft de Raad overwogen dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar een toezegging was gedaan dat haar verzoek om kwijtschelding op basis van het oude beleid zou worden behandeld. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om kwijtschelding terecht was, omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarden van het nieuwe beleid.
De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, en bevestigde de aangevallen uitspraak. De uitspraak benadrukt het belang van het nieuwe kwijtscheldingsbeleid en de voorwaarden die daarbij gelden, vooral in gevallen van fraude of ernstig verwijtbaar gedrag.