ECLI:NL:CRVB:2010:BN6063
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Heropening van de procedure inzake schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om schadevergoeding van betrokkene, die zich benadeeld voelde door een mogelijke overschrijding van de redelijke termijn in zowel de bestuurlijke als rechterlijke fase van zijn procedure. De zaak betreft een heropening van het onderzoek naar de schadevergoeding, die eerder was aangevraagd na een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden op 10 december 2004. De Raad heeft vastgesteld dat de procedure in totaal zeven jaar en vier maanden heeft geduurd, wat aanleiding gaf tot de conclusie dat de redelijke termijn was overschreden.
De Raad heeft de Staat der Nederlanden en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) als partijen in deze procedure aangemerkt. De Staat heeft erkend dat de redelijke termijn in de rechterlijke fase is overschreden en heeft een schadevergoeding van € 3.000,- aangeboden. Het Uwv heeft eveneens erkend verantwoordelijk te zijn voor een termijnoverschrijding van bijna 12 maanden en heeft een bedrag van € 1.000,- aangeboden. Betrokkene heeft geen inhoudelijke reactie gegeven op deze voorstellen en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de Raad.
De Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat de aangeboden schadevergoeding van in totaal € 4.000,- voor betrokkene niet tekort doet, en heeft geen aanleiding gezien om hogere bedragen toe te kennen. De Raad heeft ook geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door G. van der Wiel, in tegenwoordigheid van T.J. van der Torn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 september 2010.