ECLI:NL:CRVB:2010:BN4149
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van de start van de diplomatermijn in het kader van de Wet studiefinanciering 2000
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 13 augustus 2010, met zaaknummer 09/6827 WSF, staat de vaststelling van de start van de diplomatermijn centraal. De appellant, die in hoger beroep ging tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht, betwistte de beslissing van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die had vastgesteld dat de diplomatermijn voor hem op 1 oktober 1997 was aangevangen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat deze vaststelling correct was en dat de door appellant voorgestane systematiek niet in overeenstemming was met de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000).
De Raad overweegt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de wet niet de mogelijkheid biedt om de billijkheid van de wet door de rechter te laten beoordelen. De rechtbank heeft ook geconcludeerd dat er geen plaats is voor de toepassing van de hardheidsclausule die in de Wsf 2000 is opgenomen. De appellant voerde aan dat de rechtbank onzorgvuldig had geoordeeld en dat zijn situatie niet recht deed aan de toepassing van de wet.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat de Minister de feiten correct heeft vastgesteld en de Wsf 2000 op de juiste wijze heeft toegepast. De Raad concludeert dat het hoger beroep van de appellant geen doel treft en dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.