ECLI:NL:CRVB:2010:BN4117
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om loskoppeling van inkomen in het kader van studiefinanciering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 augustus 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van appellante om het inkomen van haar vader buiten beschouwing te laten bij de beoordeling van haar recht op studiefinanciering. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P. Hoogenraad, had eerder een verzoek ingediend bij de Informatie Beheer Groep (IB-Groep), dat op 30 januari 2008 werd afgewezen. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap trad in dit geding in de plaats van de IB-Groep na de intrekking van de wet die de IB-Groep regelde.
De rechtbank Rotterdam had in een eerdere uitspraak op 15 mei 2009 het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat er geen sprake was van een ernstig en structureel conflict tussen appellante en haar vader. Appellante stelde dat haar vader, die in Mexico woont, geen financiële steun biedt en opzettelijk contact vermijdt. De Raad overwoog dat de situatie niet voldeed aan de wettelijke criteria voor loskoppeling van het inkomen van de ouder, aangezien er geen langdurig ernstig verstoorde verhouding was.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante geen nieuwe gezichtspunten had aangedragen die tot een ander oordeel konden leiden. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen waren aanwezig tijdens de zitting op 2 juli 2010.