ECLI:NL:CRVB:2010:BN2895
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. de Vos
- M. Greebe
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een toeslag op grond van de Toeslagenwet en de gevolgen van onjuiste voorlichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 juli 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Appellant ontving sinds 25 november 1991 een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en verzocht het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om een toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW) met terugwerkende kracht. Het Uwv kende appellant een toeslag toe met ingang van 27 november 2005, maar appellant was van mening dat hij eerder recht had op deze toeslag, omdat hij in 1995 onjuist was voorgelicht door een medewerker van de rechtsvoorganger van het Uwv.
De Raad oordeelde dat appellant voor het eerst op 23 november 2006 een aanvraag voor een toeslag had ingediend en dat er geen bewijs was dat hij eerder een aanvraag had gedaan. De Raad vond dat het enkele feit dat appellant in 1995 niet was uitgenodigd om een aanvraag in te dienen, niet kon ondersteunen dat hij onjuist was voorgelicht. De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank dat er geen bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat appellant niet eerder een aanvraag had kunnen indienen. Het Uwv had terecht geoordeeld dat het recht op toeslag niet eerder dan per 27 november 2005 hoefde te worden vastgesteld.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en dat de eerdere uitspraak in stand bleef.