ECLI:NL:CRVB:2010:BN1655
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Toekenning en terugvordering van toeslag ingevolge de Toeslagenwet
In deze zaak gaat het om de toekenning en terugvordering van een toeslag op basis van de Toeslagenwet (TW). Appellante ontving vanaf 4 december 2000 een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en kreeg een toeslag van f 12,07 bruto per uitkeringsdag. Echter, bij een besluit van 7 december 2006 werd haar meegedeeld dat zij in totaal € 25.486,06 bruto ten onrechte had ontvangen en dat zij dit bedrag moest terugbetalen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante aan de inkomensoverzichten geen rechten kon ontlenen, omdat zij per maand een bedrag van € 323,33 bruto ontving, terwijl de toeslag slechts € 135,50 bruto was. Dit betekent dat zij had moeten begrijpen dat de ontvangen bedragen niet klopten.
Appellante stelde dat zij telefonisch door het Uwv was verzekerd dat het bedrag correct was, maar deze stelling werd niet onderbouwd. De Raad volgde de conclusie van de bezwaarverzekeringsarts dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, ook niet op basis van de medische situatie van appellante. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad kwam tot dezelfde conclusie in hoger beroep. De Raad oordeelde dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet kon worden gehonoreerd, omdat appellante geen medische verklaringen had overgelegd die haar standpunt ondersteunden.
De Raad oordeelde verder dat het Uwv in de proceskosten van appellante moest worden veroordeeld tot een bedrag van € 1.449,=, en dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 146,= aan appellante moest vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de beslissing openbaar werd uitgesproken op 16 juli 2010.