ECLI:NL:CRVB:2010:BM9720

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-3902 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugvordering bijstandsuitkering en rechtsmiddelen in hoger beroep

In deze zaak gaat het om de terugvordering van een bijstandsuitkering door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam. Appellant ontving sinds 22 augustus 2005 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het College heeft op 31 januari 2007 een bedrag van € 705,76 netto teruggevorderd over de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 januari 2007. Appellant heeft hiertegen geen rechtsmiddelen aangewend. Vervolgens heeft het College op 13 februari 2008 een verhoogd bedrag aan terugvordering vastgesteld, inclusief afgedragen loonheffing, en op 8 juli 2008 het bezwaar van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.

Appellant heeft tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 juni 2009, waarin het beroep tegen het besluit van 8 juli 2008 ongegrond werd verklaard, hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting heeft appellant bevestigd dat het hoger beroep niet gericht is tegen de aangevallen uitspraak, maar tegen een ander geding. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellant geen zelfstandige beroepsgronden heeft aangevoerd tegen de terugvordering, waardoor het hoger beroep niet kan slagen. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met J.J.A. Kooijman als voorzitter en A.B.J. van der Ham en N.M. van Waterschoot als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 29 juni 2010.

Uitspraak

09/3902 WWB
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 juni 2009, 08/3272 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam (hierna: College)
Datum uitspraak: 29 juni 2010
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. P.A.R. Dijkers, advocaat te Hellevoetsluis, hoger beroep ingesteld.
Het College heeft geen verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, gevoegd met het onderzoek in het geding geregistreerd onder nummer 08/3109 WWB, plaatsgevonden op 27 april 2010. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Dijkers. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. S. van Gent, werkzaam bij de gemeente Schiedam. Na sluiting van het onderzoek zijn de gevoegde zaken weer gesplitst. In deze zaak wordt heden afzonderlijk uitspraak gedaan.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Appellant ontving sinds 22 augustus 2005 bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande.
1.2. Bij besluit van 31 januari 2007 heeft het College de over de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 januari 2007 gemaakte kosten van bijstand met toepassing van artikel 58, eerste lid, aanhef en onder a, van de WWB tot een bedrag van € 705,76 (netto) van appellant teruggevorderd. Tegen dit besluit heeft appellant geen rechtsmiddelen aangewend.
1.3. Bij besluit van 13 februari 2008 heeft het College, met toepassing van artikel 58, vierde lid, van de WWB, het per 31 december 2007 resterende netto terug te vorderen bedrag aan gemaakte kosten van bijstand verhoogd met de hierover afgedragen loonheffing van € 101,63 en dit bedrag van appellant teruggevorderd.
1.4. Bij besluit van 8 juli 2008 heeft het College het bezwaar van appellant tegen het besluit van 13 februari 2008 ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit van 8 juli 2008 ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen deze uitspraak gekeerd. Ter zitting heeft appellant desgevraagd bevestigd dat het hoger beroep als zodanig niet is gericht tegen de aangevallen uitspraak, maar dat dit is ingesteld in verband met het geding, geregistreerd onder nummer 08/3109 WWB.
4.1. De Raad stelt vast dat appellant geen zelfstandige beroepsgronden heeft aangevoerd tegen de terugvordering. Het hoger beroep kan reeds hierom niet slagen.
4.2. Uit het voorgaande volgt dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
5. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.J.A. Kooijman als voorzitter en A.B.J. van der Ham en N.M. van Waterschoot als leden, in tegenwoordigheid van N.M. van Gorkum als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 juni 2010.
(get.) J.J.A. Kooijman.
(get.) N.M. van Gorkum.
AV