ECLI:NL:CRVB:2010:BM6285
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de aangevallen uitspraak inzake WAO-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant, die in Spanje woont, tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaard. Dit besluit hield in dat de WAO-uitkering van appellant ongewijzigd werd voortgezet, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 45-55%. Appellant stelde dat zijn klachten waren verergerd en dat er nieuwe klachten waren bijgekomen, waaronder een reumatische aandoening en psychische klachten. Hij voerde aan dat de verzekeringsartsen onvoldoende rekening hadden gehouden met zijn beperkingen en verzocht om de benoeming van een onafhankelijke deskundige.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep behandeld en geconcludeerd dat de argumenten van appellant niet nieuw waren en geen aanleiding gaven om het oordeel van de rechtbank te herzien. De Raad oordeelde dat de medische onderzoeken en rapporten die door appellant waren overgelegd, niet tot een andere conclusie leidden dan die van de rechtbank. De Raad vond de reactie van de bezwaarverzekeringsarts overtuigend en zag geen reden om een nieuwe deskundige te raadplegen. Uiteindelijk bevestigde de Raad de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van appellant ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.