ECLI:NL:CRVB:2010:BM5968
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Korting op AOW-pensioen wegens verblijf in het buitenland en niet-verzekerd zijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 mei 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, die in Spanje woont. De zaak betreft een korting van 20% op haar AOW-pensioen, opgelegd door de Sociale verzekeringsbank (Svb) omdat appellante gedurende tien jaar niet verzekerd was. Appellante betwistte de door de Svb in aanmerking genomen verzekerde tijdvakken en stelde dat zij in de periode van 22 oktober 1970 tot en met 30 november 1983 verzekerd was voor de AOW. De Svb had echter vastgesteld dat appellante in die periode niet in Nederland woonachtig was en dat zij in België werkte, waar zij verzekerd was voor haar werkzaamheden.
De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellante tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat appellante in de relevante perioden niet verzekerd kon worden geacht voor de AOW. De Raad baseerde zich op gegevens van de Gemeente Son en Breugel en de Rijksinspectie der Bevolkingsregisters, die bevestigden dat appellante niet in Nederland woonde. De Raad concludeerde dat de verklaring van de Administracion General del Estado, waarin stond dat appellante gedurende de periode van 15 februari 1979 tot en met 31 december 1983 “no residente” was in Spanje, niet voldoende bewijs bood voor haar verblijf in Nederland.
De Raad oordeelde dat het hoger beroep van appellante niet kon slagen en bevestigde de aangevallen uitspraak. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling tot vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 mei 2010, met H.J. de Mooij als rechter en W. Altenaar als griffier.