ECLI:NL:CRVB:2010:BM5936
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- R.C. Stam
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na zorgvuldig onderzoek naar beperkingen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, die op 27 februari 2009 haar beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Het Uwv had op 4 juli 2008 besloten dat appellante geen recht had op een WIA-uitkering. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.J.A.M. Gloudi, stelde dat haar beperkingen als gevolg van schouderklachten niet goed waren ingeschat. De rechtbank oordeelde echter dat het Uwv voldoende diepgaand en zorgvuldig onderzoek had verricht en dat de conclusies van dit onderzoek overtuigend waren onderbouwd. De rechtbank vond dat het Uwv de beperkingen van appellante niet had onderschat en dat de geduide functies binnen haar belastbaarheid lagen.
Tijdens de zitting op 9 april 2010 herhaalde appellante haar eerdere gronden en voegde hieraan toe dat haar schouderklachten ook op de datum in geding bestonden. De Raad voor de Rechtspraak, bestaande uit G.J.H. Doornewaard als voorzitter en de leden R.C. Stam en I.M.J. Hilhorst-Hagen, oordeelde dat de argumenten van appellante in hoger beroep niet nieuw waren en dat de rechtbank deze al afdoende had besproken. De Raad merkte op dat appellante geen nieuwe medische informatie had overgelegd die tot een ander oordeel zou moeten leiden. De medische informatie die beschikbaar was, ondersteunde niet de stelling dat de schouderklachten de reden waren voor haar beperkingen op de datum in geding.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 21 mei 2010.