ECLI:NL:CRVB:2010:BM5672
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheidseisen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, waarin het beroep van appellant tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 1 augustus 2008 besloten om appellant geen uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toe te kennen, omdat zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 15% zou zijn. Appellant stelde dat de (bezwaar)verzekeringsartsen te weinig medische beperkingen in aanmerking hadden genomen.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 mei 2010 uitspraak gedaan. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de beschikbare medische gegevens voldoende waren om te concluderen dat de verzekeringsartsen van het Uwv niet te geringe medische beperkingen hadden vastgesteld. De Raad merkte op dat de rapporten van de artsen blijk gaven van kennis van de door appellant gestelde klachten, waaronder psychische klachten en hartproblemen.
Appellant had in hoger beroep verwezen naar eerder ingediende gronden, maar de Raad vond dat de rechtbank deze gronden afdoende had besproken en gemotiveerd waarom deze niet slagen. Het arbeidspsychologisch rapport dat appellant had ingediend, leidde de Raad niet tot een ander oordeel, omdat het rapport niet was opgesteld om beperkingen vast te stellen volgens de WAO-criteria. De Raad concludeerde dat appellant op 22 februari 2007 in staat was om de betrokken functies te vervullen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de Raad oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde.