ECLI:NL:CRVB:2010:BM5525
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- R.C. Stam
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 mei 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in België woont. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 juli 2008, waarin zijn beroep tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om hem geen WAO-uitkering toe te kennen, ongegrond was verklaard. De rechtbank had geoordeeld dat appellant minder dan 15% arbeidsongeschikt was, en dat de door de bezwaararbeidsdeskundige opgestelde rapportage van 18 januari 2007 voldoende onderbouwd was. Appellant was het hier niet mee eens en stelde dat zijn duizeligheidsklachten niet in aanmerking waren genomen en dat hij niet in staat was om acht uur per dag te werken.
Tijdens de zitting op 9 april 2010 was appellant vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. I. Wudka, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door A.J.J.M. van Eijk. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat er in hoger beroep geen objectieve medische gegevens zijn overgelegd die een ander oordeel rechtvaardigen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische gegevens in procedures rondom arbeidsongeschiktheid en de rol van deskundigen in het vaststellen van de belastbaarheid van een appellant. De Raad heeft de argumenten van appellant afdoende besproken en gemotiveerd waarom deze niet slagen, wat de uitspraak versterkt.