ECLI:NL:CRVB:2010:BM5054
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum kinderbijslag en toekenning door de Sociale verzekeringsbank
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 30 oktober 2007. Appellante, vertegenwoordigd door mr. B.L.I.M. van Overloop, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Sociale verzekeringsbank (Svb) met betrekking tot de ingangsdatum van de kinderbijslag. De Svb heeft een verweerschrift ingediend en tijdens de zitting op 6 november 2008 was appellante niet aanwezig, terwijl de Svb werd vertegenwoordigd door mr. A.P. van den Berg. Na de zitting werd het onderzoek heropend omdat de Raad constateerde dat het onderzoek niet volledig was geweest. Mr. P.R. Klaver trad op als opvolgend gemachtigde van appellante en heeft nadere stukken ingezonden. De zaak werd opnieuw behandeld op 31 maart 2010, waarbij appellante wederom niet verscheen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van 31 december 2008, waarin dezelfde vraag aan de orde was: of er sprake was van een bijzonder geval op grond waarvan de Svb eerder kinderbijslag had moeten toekennen dan met ingang van het derde kwartaal van 2005. De Raad heeft deze vraag ontkennend beantwoord en de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad zag geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De uitspraak werd gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van griffier W. Altenaar, en is openbaar uitgesproken op 12 mei 2010.