ECLI:NL:CRVB:2010:BM4126
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- R. Kooper
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering ingevolge de WWB na schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor bijstandsuitkering op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De appellante, die tot en met 30 juni 2006 bijstand ontving, had op 13 februari 2007 opnieuw bijstand aangevraagd. Deze aanvraag werd door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg afgewezen, omdat appellante geen duidelijke en verifieerbare gegevens had overgelegd met betrekking tot haar financiële situatie en de wijze waarop zij haar onderneming had gefinancierd. De rechtbank Breda had eerder het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling bevestigd dat de rechtbank terecht oordeelde dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden. De Raad benadrukte dat appellante geen concrete informatie had verstrekt over haar levensonderhoud sinds juli 2006, noch over de besteding van de opbrengst van twee verkochte auto’s ter waarde van ongeveer € 27.000. Hierdoor kon het College niet vaststellen of appellante in bijstandsbehoeftige omstandigheden verkeerde. De Raad onderschreef de motivering van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 mei 2010, met C. van Viegen als voorzitter en R. Kooper en W.F. Claessens als leden van de Raad.