ECLI:NL:CRVB:2010:BM2124
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- M.C. Bruning
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van opslagkosten van inboedel bij verhuizing van een militair
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 april 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant, een militair, die een verzoek had ingediend om vergoeding van opslagkosten van zijn inboedel. De appellant had zijn woning in Haassel, Duitsland, op 1 augustus 2007 verkocht, maar kon niet direct zijn nieuwe woning in [woonplaats] betrekken. Hierdoor was zijn inboedel voor een korte periode opgeslagen. De commandant van de Landstrijdkrachten had de aanvraag van de appellant om vergoeding van de opslagkosten afgewezen, en deze afwijzing werd gehandhaafd na bezwaar. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep betoogde de appellant dat hij recht had op vergoeding van de opslagkosten op basis van artikel 9, derde lid, van het Verplaatsingskostenbesluit militairen (VKBM), omdat hij niet over zijn nieuwe woning kon beschikken. De commandant stelde echter dat de situatie waarin de appellant zich bevond het gevolg was van een persoonlijke keuze van de appellant zelf. De Raad volgde de redenering van de commandant en oordeelde dat de appellant geen directe aanspraak kon maken op een verhuiskostenvergoeding ingevolge het VKBM. De Raad concludeerde dat de commandant op goede gronden geen bijzonder geval aanwezig achtte waarin toepassing van de hardheidsclausule van artikel 28 van het VKBM aangewezen was.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en zag geen aanleiding om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met H.A.A.G. Vermeulen als voorzitter, en de leden M.C. Bruning en A.J. Schaap, in tegenwoordigheid van griffier P.W.J. Hospel.