ECLI:NL:CRVB:2010:BL7338
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van medische gegevens
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellante, die aanvankelijk was vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100%. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft deze uitkering per 24 april 2007 herzien naar een mate van 35-45%. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv handhaafde het besluit. De rechtbank Alkmaar heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Appellante heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat de deskundige, revalidatiearts drs. W. Hokken, ten onrechte is gevolgd door de rechtbank. Zij stelt dat het rapport van de deskundige vele missers bevat en niet overeenkomt met de informatie van haar neuroloog en huisarts.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellante behandeld. Tijdens de zitting op 29 januari 2010 was appellante niet aanwezig, maar het Uwv was vertegenwoordigd. De Raad overweegt dat appellante in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten heeft aangedragen die het oordeel van de rechtbank zouden kunnen veranderen. De Raad sluit zich aan bij de conclusies van de deskundige Hokken en oordeelt dat er geen reden is om aan zijn bevindingen te twijfelen. De Raad wijst erop dat appellante geen medische gegevens heeft overgelegd die de psychische belastbaarheid in twijfel trekken. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover deze is aangevochten.