ECLI:NL:CRVB:2010:BL6393
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Vernietiging besluit Uwv en toekenning schadevergoeding aan appellant in WAO-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 februari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in Duitsland woont. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 13 maart 2008, waarin zijn beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond was verklaard. Het Uwv had appellant per 5 oktober 2004 een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25%. Dit besluit was eerder door het Uwv in een besluit op bezwaar van 4 december 2006 gehandhaafd.
Echter, in een brief van 25 januari 2010 heeft het Uwv medegedeeld dat het besluit op bezwaar niet op goede gronden was genomen en dat appellant in aanmerking komt voor een uitkering berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Ondanks deze erkenning heeft appellant zijn hoger beroep niet ingetrokken en verzocht om het Uwv te veroordelen tot betaling van wettelijke rente en proceskosten.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het Uwv het in het besluit op bezwaar neergelegde standpunt niet heeft gehandhaafd. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd, het beroep tegen het besluit op bezwaar gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Tevens is het Uwv veroordeeld tot betaling van wettelijke rente over de na te betalen uitkering en in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 41,50 voor reiskosten en € 483,- voor rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan en de Raad heeft bepaald dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar dient te nemen met inachtneming van deze uitspraak.