ECLI:NL:CRVB:2010:BL0347
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- A.A.H. Schifferstein
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellante en de terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten door het Uwv. De Centrale Raad van Beroep heeft op 22 januari 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij de rechtbank Zutphen in haar eerdere uitspraak van 20 maart 2009 is bevestigd. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij het Uwv de ingangsdatum van de intrekking van de uitkering had vastgesteld op 10 juli 2007 en de terugvordering van € 9.990,48 had gehandhaafd. Appellante had in hoger beroep voornamelijk dezelfde gronden herhaald die eerder door de rechtbank waren besproken, zonder nieuwe argumenten aan te voeren die de eerdere beslissing zouden kunnen ondermijnen.
De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat de door appellante ingediende nadere brief van haar psychiater geen afdoende motivering bevatte voor haar stelling dat zij volledig arbeidsongeschikt was. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een onafhankelijk deskundige te benoemen. Daarnaast heeft appellante in hoger beroep voor het eerst de hoogte van het teruggevorderde bedrag betwist, maar de Raad oordeelde dat deze kwestie buiten het huidige geschil valt. De terugvordering is beperkt tot de onverschuldigd betaalde WAO-voorschotten, en de verrekening van WW-rechten en reeds terugbetaalde bedragen zijn niet aan de orde.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gedaan op 22 januari 2010.