ECLI:NL:CRVB:2010:BK9696
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- K.J. Kraan
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van functieonderhoud bij de Korpsbeheerder van de politieregio Limburg Zuid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 januari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Korpsbeheerder van de politieregio Limburg Zuid. Appellant, werkzaam als rechercheur, had een verzoek ingediend om functieonderhoud, omdat hij vond dat zijn feitelijk verrichte werkzaamheden wezenlijk afweken van zijn organieke functie. Dit verzoek was eerder door de korpsbeheerder afgewezen, omdat de werkzaamheden waarop het verzoek betrekking had, al meer dan een jaar waren beëindigd op het moment van de aanvraag. De Raad heeft vastgesteld dat de korpsbeheerder terecht had geoordeeld dat er geen recht op functieonderhoud bestond, aangezien de werkzaamheden niet meer werden verricht en er geen sprake was van een langdurige afwijking van de organieke functie.
De Raad heeft in zijn overwegingen ook verwezen naar eerdere uitspraken, waarin werd benadrukt dat het stelsel van artikel 6, zevende lid, van het Besluit bezoldiging politie (Bbp) vereist dat de feitelijk opgedragen werkzaamheden gedurende een langere tijd wezenlijk afwijken van de organieke functie. De Raad concludeert dat het verzoek van appellant om functieonderhoud niet kon slagen, omdat de korpsbeheerder niet verplicht was om terugwerkende kracht te verlenen aan het functieonderhoud tot een datum vóór de aanvraag. De uitspraak van de rechtbank Maastricht, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard, werd door de Raad bevestigd.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de regels omtrent functieonderhoud en de voorwaarden waaronder een ambtenaar recht kan doen gelden op een aanpassing van zijn functie. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om proceskosten te vergoeden, wat ook een belangrijk aspect van de uitspraak is.