ECLI:NL:CRVB:2009:BK8766
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- J.P.M. Zeijen
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onverschuldigd betaalde voorschot op WIA-uitkering
In deze zaak gaat het om de terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten op een WIA-uitkering. Appellant heeft op 10 oktober 2005 een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd. Op 26 januari 2006 heeft het Uwv een voorschot verstrekt, maar bij besluit van 7 juli 2006 werd vastgesteld dat appellant recht had op een WGA-uitkering, wat leidde tot de intrekking van het voorschot. Het Uwv vorderde vervolgens het onverschuldigd betaalde voorschot van € 1.743,34 terug. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze terugvordering, maar het Uwv verklaarde de bezwaren ongegrond bij besluit van 17 januari 2008. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, omdat de gronden van appellant zich richtten tegen de hoogte van het dagloon en niet tegen de terugvordering zelf.
In hoger beroep herhaalde de gemachtigde van appellant de eerder voorgedragen gronden, waarbij appellant stelde dat het dagloon onjuist was vastgesteld en dat dit gebaseerd had moeten worden op het garantiedagloon. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de gronden van appellant niet relevant waren voor het bestreden besluit. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen reden was om het besluit van het Uwv te herzien. De Raad zag ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 28 december 2009.