ECLI:NL:CRVB:2009:BK8286

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-3108 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over vergoeding kosten Psychosofia in WAO-zaak

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, vertegenwoordigd door mr. W.C. de Jonge, tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 16 oktober 2007, dat betrekking heeft op de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Het Uwv had in een latere beslissing van 18 februari 2009 appellant in de hoogste arbeidsongeschiktheidsklasse ingedeeld, wat een positieve uitkomst voor appellant betekende. De rechtbank had het beroep van appellant gegrond verklaard, het eerdere besluit van het Uwv vernietigd en schadevergoeding toegekend aan appellant, inclusief proceskosten tot een bedrag van € 1.253,-.

Tijdens de zitting op 20 november 2009 beperkte appellant zijn hoger beroep tot de afwijzing van de rechtbank om de kosten van het instituut Psychosofia te vergoeden. De Centrale Raad van Beroep, onder leiding van R.C. Stam, oordeelde dat de kosten van Psychosofia niet voor vergoeding in aanmerking komen. De Raad verwees naar zijn eerdere rechtspraak, waaronder een uitspraak van 15 mei 2007, LJN BA5367, ter ondersteuning van dit oordeel.

De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen reden was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 29 december 2009, waarbij de Raad de eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam van 26 mei 2009 bevestigde. De Raad nam geen nieuwe inzichten van mr. De Jonge in overweging, aangezien deze geen aanleiding gaven om de bestaande rechtspraak te wijzigen.

Uitspraak

09/3108 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 26 mei 2009, 07/4011
(hierna: de aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
(hierna: Uwv)
Datum uitspraak: 29 december 2009
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant stelde mr. W.C. de Jonge, advocaat te Rotterdam, hoger beroep in.
Het Uwv voerde verweer waarop mr. De Jonge schriftelijk reageerde.
Het onderzoek ter zitting vond plaats op 20 november 2009, waar het Uwv zich liet vertegenwoordigen door mr. M.K. Dekker en namens appellant mr. De Jonge verscheen.
II. OVERWEGINGEN
1. Het inleidende beroep richt zich tegen het besluit van 16 oktober 2007 ter uitvoering van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Het Uwv kwam met zijn besluit van 18 februari 2009 volledig tegemoet aan appellant door hem met ingang van 12 juli 2007 in te delen in de hoogste arbeidsongeschiktheidsklasse.
2. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van 16 oktober 2007 en kende appellant ten laste van het Uwv schadevergoeding toe. De rechtbank veroordeelde het Uwv verder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.253,-.
3. Ter zitting van de Raad beperkte appellant zijn hoger beroep tot de afwijzing door de rechtbank van de door hem gevraagde vergoeding voor de kosten van het instituut Psychosofia.
4.1. Met de rechtbank is de Raad van oordeel dat de kosten van Psychosofia niet voor vergoeding in aanmerking komen en hij verwijst net als de rechtbank naar zijn vaste rechtspraak hierover, bijvoorbeeld de uitspraak van 15 mei 2007, LJN BA5367.
4.2. mr. De Jonge voerde ter zitting aan dat haar inmiddels duidelijk is dat het Besluit proceskosten bestuursrecht een algemeen verbindend voorschrift is, zodat de bestuursrechter bij de toepassing van dit besluit een volle toets toekomt. Dit door
mr. De Jonge nieuw verworven inzicht is voor de Raad geen aanleiding zijn rechtspraak te wijzigen.
5. Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak komt voor bevestiging in aanmerking.
6. De Raad ziet geen reden voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door R.C. Stam, in tegenwoordigheid van M.A. van Amerongen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 december 2009.
(get.) R.C. Stam.
(get.) M.A. van Amerongen.
EK