ECLI:NL:CRVB:2009:BK8224
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- J.P.M. Zeijen
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en medische en arbeidskundige grondslagen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin de herziening van haar WAO-uitkering aan de orde is. Appellante, die als productiemedewerkster heeft gewerkt, is sinds januari 2000 arbeidsongeschikt door zwangerschapsgerelateerde en later psychische klachten. Haar WAO-uitkering werd in 2001 toegekend met een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. In 2007 heeft het Uwv haar uitkering herzien naar 45 tot 55% na een beoordeling door een bezwaarverzekeringsarts en een bezwaararbeidsdeskundige. De rechtbank heeft de beslissing van het Uwv bekrachtigd, waarop appellante in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat haar rugklachten en psychische klachten niet adequaat zijn beoordeeld en dat er een psychiatrisch onderzoek nodig is. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geconcludeerd dat de medische en arbeidskundige grondslagen van het bestreden besluit zorgvuldig zijn vastgesteld. De bezwaarverzekeringsarts heeft de belastbaarheid van appellante goed in kaart gebracht en de bezwaararbeidsdeskundige heeft de geschiktheid van de functies voor appellante onderbouwd. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een onafhankelijke deskundige te benoemen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. De Raad ziet ook geen reden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 29 december 2009.