ECLI:NL:CRVB:2009:BK5016
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de weigering van WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid onder de 35%
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die een WIA-uitkering heeft aangevraagd, maar deze is geweigerd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%. De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 november 2009 uitspraak gedaan. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. F.Y. Gans, heeft in beroep aangevoerd dat er onvoldoende rekening is gehouden met zijn klachten en beperkingen. De rechtbank Maastricht had eerder de uitspraak van het Uwv bevestigd, waartegen de appellant in hoger beroep ging.
De Raad heeft de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld als uitgangspunt genomen en voegde hieraan enkele aanvullende feiten toe. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv op basis van medische rapportages en een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) tot de conclusie is gekomen dat de appellant in staat is om bepaalde functies te vervullen, ondanks zijn klachten. De appellant heeft in hoger beroep zijn standpunt herzien, maar bleef van mening dat de FML niet correct was en dat zijn verstoorde agressieregulatie niet voldoende was meegenomen in de beoordeling.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd, omdat er geen nieuwe medische gegevens zijn overgelegd die de eerdere oordelen zouden kunnen ondermijnen. De Raad concludeert dat de medische grondslag van het bestreden besluit voldoende is gemotiveerd en dat de appellant in staat moet worden geacht de voorgehouden functies te vervullen. De uitspraak is openbaar gedaan en de Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.