ECLI:NL:CRVB:2009:BK4965

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-2444 WAO-E
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit Uwv inzake WAO-uitkering

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake haar WAO-uitkering. Appellante, vertegenwoordigd door P.H.A. Timmerman, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De Raad had op 11 maart 2009 de eerdere uitspraak bevestigd, maar op verzoek van appellante werd deze uitspraak op 22 juli 2009 vervallen verklaard. Het Uwv heeft vervolgens op 8 oktober 2009 een nieuw besluit genomen, waarin het volledig tegemoetkomt aan de bezwaren van appellante. Dit besluit herroept de verlaging van haar uitkering en plaatst haar weer in de hoogste arbeidsongeschiktheidsklasse.

De Raad overweegt dat appellante met haar beroep geen verdere verhoging van de uitkering kan bereiken, aangezien het Uwv haar verzoek volledig heeft ingewilligd. De Raad merkt op dat het belang van appellante bij een beoordeling van het hoger beroep is vervallen, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De Raad ziet geen aanleiding om proceskostenvergoeding toe te kennen, omdat het procesbelang al was vervallen. Wel wordt het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de reiskosten van appellante ter hoogte van € 22,80 en het griffierecht van € 106,00.

De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 16 november 2009, waarbij D.J. van der Vos als voorzitter fungeerde, bijgestaan door R.C. Stam en M. Greebe als leden. De griffier van de Raad, M.A. van Amerongen, heeft het proces-verbaal opgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van de proceskosten en de voorwaarden waaronder deze vergoed kunnen worden, evenals de rol van het Uwv in het proces.

Uitspraak

P R O C E S - V E R B A A L
van de mondelinge uitspraak van de
CENTRALE RAAD VAN BEROEP
meervoudige kamer
Datum: 16 november 2009
Aanvang: 12.00 uur
Zitting hebben: D.J. van der Vos, als voorzitter,
R.C. Stam en M. Greebe, als leden
griffier: M.A. van Amerongen
9e Zaak, reg.nr: 07/2444 WAO
Inzake: [Appellante], wonende te [woonplaats], appellante, verschenen bij F. Westerveld,
tegen
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gedaagde, hierna: Uwv.
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante stelde P.H.A. Timmerman hoger beroep in.
Het Uwv voerde verweer.
Bij uitspraak van 11 maart 2009 (07/2444 WAO) bevestigde de Raad de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten. Op verzoek van appellante verklaarde de Raad deze uitspraak op 22 juli 2009 vervallen.
Het Uwv zond hierna zijn besluit van 8 oktober 2009 in waarop appellante met een brief van 17 oktober 2009 reageerde.
II. OVERWEGINGEN
Het besluit van 8 oktober 2009 komt volledig tegemoet aan het beroep van appellante. Met dat besluit herroept het Uwv de verlaging van haar uitkering (WAO) en deelt hij appellante (weer) in de hoogste arbeidsongeschiktheidsklasse in. Met haar beroep kan appellante geen verdere verhoging van de uitkering bereiken. Dat appellante het niet eens is met de zogenoemde Functionele Mogelijkhedenlijst doet daaraan niet af. Haar belang bij een beoordeling van haar hoger beroep is vervallen en de Raad zal daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren.
De Raad ziet geen aanleiding om appellante een proceskostenvergoeding toe te kennen in verband met de haar ter zitting verleende rechtsbijstand, nu het procesbelang toen al was vervallen en die kosten daarom nodeloos waren. Voor de eerder door appellante gemaakte reiskosten zal de Raad haar ten laste van het Uwv een vergoeding van € 22,80 toekennen. Van overige voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten is de Raad niet gebleken. De door appellante gevorderde reiskosten van Timmerman komen niet voor vergoeding in aanmerking, nu het Besluit proceskosten bestuursrecht alleen voorziet in een vergoeding van reiskosten voor een partij zelf. De gevraagde vergoeding voor de kosten van Westerveld als deskundige wijst de Raad af. Westerveld trad niet op als deskundige in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Het Uwv dient het door appellante betaalde griffierecht te vergoeden.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
Veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante in hoger beroep tot een bedrag groot € 22,80, te betalen aan appellante;
Bepaalt dat het Uwv aan appellante het griffierecht ad € 106,00 vergoedt.
De voorzitter sluit het onderzoek.
Waarvan proces-verbaal.
Utrecht, 16 november 2009
De griffier. De fungerend voorzitter.
M.A. van Amerongen D.J. van der Vos
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep.