ECLI:NL:CRVB:2009:BK1647

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/141 WW-W e.v.
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om wraking van rechters in sociale zekerheidszaak

Op 26 oktober 2009 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om wraking van rechters in een sociale zekerheidszaak. De zaak betreft het verzoek van een partij, aangeduid als verzoeker, die twijfels had over de onpartijdigheid van de rechters G.A.J. van den Hurk, H.G. Rottier en B.M. van Dun. Verzoeker stelde dat het uitblijven van reacties op zijn verzoeken om mandagenregisters op te vragen bij het UWV een indicatie was van de onpartijdigheid van de rechters. Hij beschouwde deze mandagenregisters als cruciaal bewijs voor zijn zaak.

De Raad heeft in zijn uitspraak aangegeven dat het ontbreken van een reactie op verzoeken om stukken niet voldoende is om te concluderen dat de rechters niet onpartijdig zijn. De wetgeving, met name artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), stelt dat een verzoek om wraking alleen kan worden toegewezen op basis van feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de persoon van de rechter. In dit geval zijn er geen gronden aangetoond die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trekken.

De Raad heeft het verzoek om wraking dan ook afgewezen en bepaald dat een volgend verzoek van verzoeker om wraking van deze rechters niet in behandeling zal worden genomen, zoals ook is vastgelegd in artikel 8:18, vierde lid, van de Awb. Deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier I. Mos en de fungerend voorzitter J.G. Treffers, en is gedateerd op 26 oktober 2009.

Uitspraak

Centrale Raad van Beroep
PROCES-VERBAAL
van de mondelinge uitspraak op 26 oktober 2009 van de
meervoudige kamer
Zitting hebben: J.G. Treffers, als voorzitter, K.J. Kraan en A.J. Schaap als leden, in tegenwoordigheid van griffier: I. Mos
nrs: 09/141 WW-W e.v. (genoemd in een bijlage bij het proces-verbaal)
Uitspraak op het verzoek op grond van artikel 18 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van [verzoeker], wonende te [woonplaats] om wraking van G.A.J. van den Hurk, H.G. Rottier en B.M. van Dun als rechters in de gedingen 09/141 WW e.v.
De Raad:
De beslissing luidt: Wijst het verzoek om wraking af.
Deze beslissing is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Verzoeker heeft als motivering voor het verzoek om wraking aangevoerd dat hij twijfels heeft bij de onpartijdigheid van de rechters, omdat hij op zijn verzoeken aan de Raad om bij het UWV mandagenregisters op te vragen, telkens geen antwoord heeft gekregen. Naar de mening van verzoeker vormen deze mandagenregisters echter cruciaal bewijs, zodat het voor hem belangrijk is dat deze stukken worden opgevraagd.
In artikel 8:15 van de Awb is bepaald dat op verzoek van een partij, elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden, waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Een wrakingsgrond dient gelegen te zijn in feiten of omstandigheden die betrekking hebben op (de persoon van) de rechter die een zaak behandelt.
Het uitblijven van een reactie op verzoeken tot het opvragen van stukken is onvoldoende grond om de conclusie te trekken dat (ieder van) de gewraakte rechters niet onpartijdig zijn. Ook overigens is niet van gronden in de zin van artikel 8:15 van de Awb gebleken.
Voorts wordt op grond van artikel 8:18, vierde lid, van de Awb bepaald dat een volgend verzoek van verzoeker om wraking van deze rechters niet in behandeling wordt genomen.
Waarvan proces-verbaal.
Utrecht, 26 oktober 2009
De griffier. De fungerend voorzitter
(get.) I. Mos (get.) J.G. Treffers
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep.
HD
27.1
+B