ECLI:NL:CRVB:2009:BK0911
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet woonachtig op opgegeven adres
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin de rechtbank het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn ongegrond heeft verklaard. Het College had op 26 januari 2006 besloten om de bijstandsuitkering van appellant met ingang van 12 april 2005 in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand over de periode van 12 april 2005 tot en met 31 januari 2006, ter hoogte van € 13.968,22, terug te vorderen. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat appellant niet woonachtig was op het door hem opgegeven adres.
Appellant heeft tegen dit besluit bezwaar aangetekend, maar het College verklaarde dit bezwaar op 1 augustus 2006 ongegrond. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 10 december 2007 de beslissing van het College bevestigd. Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarbij hij zijn bezwaren tegen de uitspraak van de rechtbank heeft uiteengezet.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 21 juli 2009 behandeld. Appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. P.J. Wapperom, terwijl het College werd vertegenwoordigd door mr. H.C. Los. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de rechtbank de besluiten van het College terecht heeft bevestigd. De Raad heeft geen nieuwe argumenten gevonden die een andere beslissing rechtvaardigen.
Uiteindelijk heeft de Raad de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 13 oktober 2009.