ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9442

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-3196 Wvg-Vervallenverklaring
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van een eerdere uitspraak inzake rechtsbijstand in de bezwaarfase

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2009 uitspraak gedaan over de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van 5 september 2008. De zaak betreft een geschil over de rechtsbijstand die is verleend in de bezwaarfase. De gemachtigde van de dochter van wijlen de betrokkene, P.A. van de Ven, heeft de Raad verzocht om herziening van de uitspraak, omdat ten onrechte de echtgenoot van de betrokkene als appellant was aangemerkt in plaats van de dochter. De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de mogelijke vervallenverklaring van de eerdere uitspraak.

Tijdens de behandeling van het geschil op 5 september 2008 heeft de Raad de eerdere uitspraak bevestigd, maar heeft hij ook vastgesteld dat de rechtsbijstand in de bezwaarfase was verleend door de dochter van de betrokkene. Dit leidde tot de conclusie dat de eerdere uitspraak niet correct was, aangezien de dochter als appellante had moeten worden aangemerkt. De Raad heeft daarom besloten om de uitspraak van 5 september 2008 te vervallen te verklaren.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing aangegeven dat de zaak opnieuw door een andere kamer van de Raad zal worden behandeld na de vervallenverklaring. De uitspraak is gedaan door R.M. van Male, in tegenwoordigheid van griffier C. de Blaeij, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

07/3196 Wvg-Vervallenverklaring
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
tot vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 5 september 2008, 07/3196.
Partijen:
1. [Naam appellant] namens wijlen [betrokkene], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant)
en
2. het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Schijndel (hierna: College).
Datum uitspraak: 16 september 2009
I. PROCESVERLOOP
Als gemachtigde van [naam dochter], heeft P.A. van de Ven de Raad bij brief van 15 december 2008 (ontvangen bij faxbericht van 25 maart 2009) medegedeeld van mening te zijn dat bij de totstandkoming van de uitspraak van 5 september 2008 (07/3196 WVG) ten onrechte [Naam appellant] als appellant en niet [naam dochter] als appellante is aangemerkt. Om die reden heeft P.A. van de Ven verzocht om wijziging dan wel herziening van de uitspraak.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een mogelijke vervallenverklaring van die uitspraak.
Partijen hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt.
II. OVERWEGINGEN
De Raad heeft na behandeling van het geschil ter zitting van 5 september 2008 bij mondelinge uitspraak de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten, bevestigd. Daarbij is onder meer overwogen dat de rechtbank terecht tot de conclusie is gekomen dat de rechtsbijstand in de bezwaarfase is verleend door de dochter van wijlen [betrokkene], [naam dochter], en dat er mitsdien geen sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in de zin van artikel 1, sub a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Vastgesteld moet echter worden dat de Raad ten onrechte de echtgenoot van wijlen [betrokkene], [Naam appellant], als appellant en niet de dochter van wijlen [betrokkene], [naam dochter], als appellante heeft aangemerkt.
De Raad ziet hierin aanleiding die uitspraak vervallen te verklaren.
Na de vervallenverklaring van de uitspraak van 5 september 2008 zal de zaak door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart de uitspraak van 5 september 2008, 07/3196, vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door R.M. van Male in tegenwoordigheid van C. de Blaeij als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 16 september 2009.
(get.) R.M. van Male.
(get.) C. de Blaeij.
RB