ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9307

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/4731 WW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van werknemerschap en vernietiging van bestreden besluit in WW-zaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 3 juli 2007. Appellant had een uitkering aangevraagd op basis van de Werkloosheidswet (WW) met ingang van 18 april 2005, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond. In hoger beroep heeft de Raad vastgesteld dat de grondslag van het bestreden besluit niet langer wordt gehandhaafd door het Uwv. Dit betekent dat appellant met ingang van 18 april 2005 weer als werknemer wordt beschouwd. De Raad heeft het Uwv opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij het Uwv moet beoordelen of appellant aan de overige vereisten voor toekenning van een WW-uitkering voldoet. Tevens heeft de Raad het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.288,-- bedragen, en het griffierecht van € 144,-- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met M.A. Hoogeveen als voorzitter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

07/4731 WW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 3 juli 2007, 06/1352 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 16 september 2009.
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant is hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 augustus 2008. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. I. Winia, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P. Belopavlovic.
Nadien is besloten het onderzoek te heropenen. In dat kader heeft de Raad het Uwv een aantal vragen voorgelegd. Daarop heeft het Uwv bij brief van 23 februari 2009 gereageerd.
Het onderzoek ter zitting heeft opnieuw plaatsgevonden op 5 augustus 2009. Appellant is met bericht niet verschenen. Het Uwv heeft zich wederom laten vertegenwoordigen door mr. P. Belopavlovic.
II. OVERWEGINGEN
Bij het op bezwaar gegeven besluit van 12 oktober 2006 (het bestreden besluit) heeft het Uwv het besluit van 19 mei 2005, genomen op de aanvraag van appellant van een uitkering krachtens de Werkloosheidswet (WW) ingaande 18 april 2005, onder wijziging van de motivering gehandhaafd. Daaraan ligt ten grondslag dat de aangevraagde uitkering krachtens de WW niet kan worden toegekend omdat artikel 8, tweede lid, van die wet zich daartegen verzet.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Namens het Uwv is ter zitting van de Raad meegedeeld dat de grondslag van het bestreden besluit niet langer wordt gehandhaafd. Appellant wordt thans geacht met ingang van 18 april 2005 het werknemerschap op grond van artikel 8, tweede lid, van de WW te hebben herkregen. Het Uwv zal nog beoordelen of appellant aan de overige vereisten voor toekenning van een WW-uitkering voldoet.
Het vorenstaande betekent dat het bestreden besluit - en in het verlengde daarvan de aangevallen uitspraak - niet in stand kunnen blijven.
De Raad acht termen aanwezig om het Uwv op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht te veroordelen in de proceskosten van appellant terzake van verleende rechtsbijstand, begroot op € 644,-- in beroep en op € 644,-- in hoger beroep, totaal derhalve € 1.288,--.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Vernietigt de aangevallen uitspraak;
Verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;
Bepaalt dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar neemt;
Veroordeelt het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.288,--;
Bepaalt dat het Uwv het door appellant in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 144,-- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door M.A. Hoogeveen als voorzitter en H.G. Rottier en B.M. van Dun als leden, in tegenwoordigheid van M. Lammerse als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 16 september 2009.
(get.) M.A. Hoogeveen.
(get.) M. Lammerse.
HD