ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9307
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- H.G. Rottier
- B.M. van Dun
- Rechtspraak.nl
Herstel van werknemerschap en vernietiging van bestreden besluit in WW-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 3 juli 2007. Appellant had een uitkering aangevraagd op basis van de Werkloosheidswet (WW) met ingang van 18 april 2005, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond. In hoger beroep heeft de Raad vastgesteld dat de grondslag van het bestreden besluit niet langer wordt gehandhaafd door het Uwv. Dit betekent dat appellant met ingang van 18 april 2005 weer als werknemer wordt beschouwd. De Raad heeft het Uwv opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij het Uwv moet beoordelen of appellant aan de overige vereisten voor toekenning van een WW-uitkering voldoet. Tevens heeft de Raad het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.288,-- bedragen, en het griffierecht van € 144,-- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met M.A. Hoogeveen als voorzitter, en is openbaar uitgesproken.