ECLI:NL:CRVB:2009:BJ8200

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
18 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-2406 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van arbeidsongeschiktheidsuitkering op basis van nieuw gebleken feiten

In deze zaak heeft verzoekster een verzoek ingediend tot herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin haar aanvraag voor een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) was afgewezen. De Raad had eerder geoordeeld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van verzoekster per 25 oktober 2003 minder dan 15% bedroeg, en dat het bezwaar tegen deze beslissing ongegrond was verklaard. Verzoekster heeft ter onderbouwing van haar herzieningsverzoek een rapport van psychiater dr. H.N. Sno overgelegd, waarin zij stelt dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere uitspraak niet meer houdbaar maken.

De Raad heeft het rapport van dr. Sno beoordeeld en geconcludeerd dat het geen nieuwe feiten of omstandigheden bevatte zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het rapport biedt slechts een alternatieve interpretatie van reeds bekende ziekteverschijnselen en kan niet worden aangemerkt als nieuw feit. De Raad benadrukt dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of de juistheid van de eerdere uitspraak.

Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 18 september 2009, en de Raad heeft bevestigd dat de eerdere beslissing in stand blijft.

Uitspraak

08/2406 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht op het verzoek om herziening van:
[Verzoekster], wonende te [woonplaats] (hierna: verzoekster),
van de uitspraak van de Raad van 14 maart 2008, 05/6115 (hierna: de aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
verzoekster
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: het Uwv).
Datum uitspraak: 18 september 2009
I. PROCESVERLOOP
Verzoekster heeft verzocht om herziening van de aangevallen uitspraak.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 juni 2009. Voor verzoekster is verschenen R.T. van Baarlen, werkzaam bij Fiscount Arbeid en Recht te Zwolle. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. C. Roele.
II. OVERWEGINGEN
1. Bij besluit van 4 februari 2004 heeft het Uwv geweigerd aan verzoekster per 25 oktober 2003 een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toe te kennen, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid per die datum minder dan 15% bedroeg.
2. Bij besluit van 31 december 2004 heeft het Uwv het bezwaar van verzoekster tegen voormeld besluit ongegrond verklaard.
3. Het oordeel van de rechtbank Haarlem, die bij uitspraak van 1 september 2005 het tegen dat besluit ingestelde beroep ongegrond verklaarde, is door de Raad bij de aangevallen uitspraak bevestigd.
4.1. Met het verzoek om herziening is beoogd dat de Raad op de aangevallen uitspraak terugkomt.
4.2. Ter onderbouwing heeft verzoekster aangevoerd dat sprake is van nieuw gebleken feiten of omstandigheden van vóór deze uitspraak, waardoor die uitspraak geen stand meer kan houden. In dat kader heeft zij een rapport d.d. 12 maart 2008 in het geding gebracht dat de psychiater dr. H.N. Sno heeft uitgebracht in opdracht van de rechtbank Haarlem in het kader van een (latere) Ziektewetprocedure.
5.1. De Raad oordeelt als volgt.
5.2. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een onherroepelijk geworden uitspraak van de Raad, op verzoek van een partij, worden herzien op grond van de feiten en omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij de Raad eerder bekend geweest, tot een nadere uitspraak zou hebben kunnen leiden.
5.3. Zoals de Raad al vaker heeft overwogen, bijvoorbeeld in zijn uitspraak van 13 januari 2005, LJN AS3516, is het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet gegeven om, eventueel op basis van nieuwe argumenten, een hernieuwde discussie over de betrokken zaak te voeren en evenmin om een discussie over de juistheid van de betrokken uitspraak te openen.
5.4. De Raad is van oordeel dat het door verzoekster overgelegde rapport van psychiater dr. Sno geen feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb bevat. Uit dit rapport blijkt slechts een andere interpretatie van reeds bekende ziekteverschijnselen. Het enkele feit dat het Uwv de gezondheidstoestand van verzoekster per een later moment - mogelijk mede op basis van dit rapport - anders heeft ingeschat, kan niet worden gezien als nieuw feit als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb.
5.5. Uit het vorenstaande vloeit voort dat het verzoek om herziening moet worden afgewezen.
6. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door D.J. van der Vos als voorzitter en R.C. Stam en M. Greebe als leden, in tegenwoordigheid van J.M. Tason Avila als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 18 september 2009.
(get.) D.J. van der Vos.
(get.) J.M. Tason Avila.
EK