ECLI:NL:CRVB:2009:BI4419
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- T.J. van der Torn
- J.P.M. Zeijen
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Geschiktverklaring voor eigen werk als horeca-medewerkster of ander werk na ziekteverzuim
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante, die in beroep is gegaan tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) betreffende haar geschiktheid voor eigen werk als horeca-medewerkster. Appellante heeft zich ziek gemeld en stelt dat zij geen duurzaam benutbare mogelijkheden heeft om arbeid te verrichten. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 mei 2009 uitspraak gedaan.
De procesgang begon met een hoger beroep ingesteld door mr. R.A.J. Delescen, advocaat te Roermond, namens appellante. In het hoger beroep is een rapport van revalidatie-arts H.F.M. Pernot overgelegd, waarin de medische situatie van appellante wordt besproken. De verzekeringsarts heeft appellante voor de Ziektewet geaccepteerd, maar oordeelde dat zij niet zonder meer ongeschikt was voor haar laatste werk. De Raad heeft de rapporten van de verzekeringsartsen als voldoende zorgvuldig beoordeeld.
Tijdens de zitting op 3 april 2009 was appellante niet aanwezig, maar het Uwv was vertegenwoordigd. De Raad heeft overwogen dat er geen steun is voor het standpunt van appellante dat zij op de in geding zijnde datum niet in staat was om haar werk te verrichten. De Raad concludeert dat het ziekteverzuim van één à drie dagen per maand wegens migraine door de verzekeringsarts op goede gronden aanvaardbaar is geacht.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank Roermond en oordeelt dat het hoger beroep niet kan slagen. Er zijn geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat de kosten niet worden vergoed. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep.