ECLI:NL:CRVB:2009:BI1991
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering na herbeoordeling in het kader van het Schattingsbesluit
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond, die haar beroep tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Appellante, die sinds 1994 arbeidsongeschikt is door whiplashklachten, had een WAO-uitkering die in 1995 was toegekend. Na een herbeoordeling in 2005 door verzekeringsarts J. Verhoeven, werd haar uitkering per 14 september 2006 ingetrokken op basis van een FML die haar beperkingen vastlegde. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat haar beperkingen ernstiger waren dan in de FML was vastgelegd.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 10 april 2009 het hoger beroep van appellante beoordeeld. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit had onderschreven. Appellante voerde aan dat haar medische situatie verslechterd was en dat de functies die haar werden voorgehouden niet binnen haar belastbaarheid vielen. De Raad concludeerde echter dat er geen nieuwe medische gegevens waren die de conclusie van het Uwv konden ondermijnen. De Raad bevestigde dat de beperkingen van appellante zorgvuldig waren vastgesteld en dat de functies passend waren.
De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De Raad benadrukte dat de medische informatie die appellante in hoger beroep had ingediend, niet relevant was voor de datum in geding, en dat de eerdere conclusies van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige standhielden. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier R. Benza.