ECLI:NL:CRVB:2009:BH9034

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/6524 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van WAO-uitkering op basis van onvoldoende arbeidsongeschiktheid

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 23 oktober 2007, waarin de rechtbank het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft beoordeeld. Het Uwv had op 26 april 2007 besloten om de WAO-uitkering van appellante met ingang van 4 maart 2007 in te trekken, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 15% zou bedragen. De rechtbank oordeelde dat de medische grondslag van het bestreden besluit juist was, maar vernietigde het besluit op andere gronden, omdat de motivering van de geschiktheid van de geduide functies pas in beroep was gegeven.

In hoger beroep heeft appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat H.J.A. Aerts, de argumenten herhaald die eerder door de rechtbank zijn verworpen. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend en zich laten vertegenwoordigen door mr. L.H.J. Ambrosius. Tijdens de zitting op 6 februari 2009 is appellante niet verschenen, wat haar kansen op succes in het hoger beroep niet ten goede kwam.

De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om tot een andersluidend oordeel te komen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet kon slagen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 20 maart 2009, in aanwezigheid van griffier A.C. Palmboom.

Uitspraak

07/6524 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 23 oktober 2007, 07/768 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 20 maart 2009
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft H.J.A. Aerts, werkzaam bij Delescen & Scheers Advocaten te Roermond, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 februari 2009, waar appellante met bericht van afwezigheid niet is verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L.H.J. Ambrosius.
II. OVERWEGINGEN
1. Het inleidende beroep is gericht tegen het besluit van 26 april 2007 (hierna: bestreden besluit) waarbij het Uwv heeft gehandhaafd zijn ter uitvoering van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) genomen besluit van 3 januari 2007. Daarbij is de WAO-uitkering van appellante met ingang van 4 maart 2007 ingetrokken omdat de mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 15% bedraagt.
2. De rechtbank heeft, samengevat weergegeven, geoordeeld dat de medische grondslag van het bestreden besluit juist is. De rechtbank heeft zich voorts kunnen verenigen met de functies zoals deze als grondslag voor de schatting in aanmerking zijn genomen, maar heeft het besluit onder toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht vernietigd met instandlating van de rechtsgevolgen. Dit omdat de motivering van de geschiktheid van de geduide functies pas in beroep is gegeven met de rapportage van de bezwaararbeidsdeskundige.
3. In hetgeen namens appellante in hoger beroep is aangevoerd - in essentie een herhaling van hetgeen eerder in de procedure naar voren is gebracht en door de rechtbank op goede gronden is verworpen - heeft de Raad geen aanleiding gevonden om tot een andersluidend oordeel te komen.
4. Uit het vorenstaande volgt dat het hoger beroep niet kan slagen.
5. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door D.J. van der Vos als voorzitter en R.C. Stam en M. Greebe als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.C. Palmboom als griffier, uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2009.
(get.) D.J. van der Vos.
(get.) A.C. Palmboom.
JL