ECLI:NL:CRVB:2009:BH7381
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- J.J.A. Kooijman
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor tandheelkundige kosten en toetsing van buitenwettelijk begunstigend beleid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 5 december 2007. Appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de kosten van tandheelkundige zorg, specifiek voor een implantaat. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Weststellingwerf had deze aanvraag afgewezen. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen deze afwijzing gegrond verklaard, maar het College had na deze uitspraak opnieuw besloten om de aanvraag af te wijzen. Appellant ging hiertegen in hoger beroep.
Tijdens de zitting op 10 februari 2009 was appellant afwezig, maar had hij telefonisch laten weten verhinderd te zijn. Het College was vertegenwoordigd door A.L.P. Baro. De Raad heeft in zijn overwegingen het buitenwettelijk begunstigend beleid van het College besproken, dat in uitzonderlijke gevallen bijzondere bijstand kan verlenen voor tandheelkundige kosten, mits het adviserend orgaan, in dit geval de GGD, tot de conclusie komt dat de gevraagde voorziening de goedkoopst adequate oplossing is en er dringende redenen zijn.
De Raad heeft vastgesteld dat het College het beleid op consistente wijze heeft toegepast en dat er geen medische gegevens zijn overgelegd door appellant die de stelling ondersteunen dat de gevraagde voorziening de goedkoopst adequate oplossing is. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van consistente toepassing van buitenwettelijk beleid en de noodzaak voor appellanten om relevante medische gegevens te overleggen ter ondersteuning van hun aanvragen.