ECLI:NL:CRVB:2009:BH6184
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit Uwv inzake WAO-uitkering en geschiktheid functies
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake haar WAO-uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft op 13 maart 2009 uitspraak gedaan. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.A. van Ham, had eerder een beroep ingesteld tegen een besluit van de rechtbank Utrecht, dat het Uwv had genomen op 11 april 2007, waarbij de WAO-uitkering van appellante per 21 maart 2007 werd ingetrokken. De rechtbank had het beroep van appellante gegrond verklaard en het Uwv opgedragen een nieuw besluit te nemen.
Tijdens de zitting op 30 januari 2009 heeft appellante aangevoerd dat onvoldoende rekening is gehouden met haar psychische klachten. De Raad heeft de door appellante overgelegde medische informatie beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze informatie geen nieuwe gezichtspunten bood ten opzichte van de eerdere procedure. De Raad oordeelde dat de verzekeringsarts en bezwaarverzekeringsarts zorgvuldig te werk waren gegaan en dat de belastbaarheid van appellante niet was overschat.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante in staat is om de functies van wikkelaar, productiemedewerker metaal- en elektro-industrie en samensteller metaalwaren te vervullen, ondanks de door haar aangegeven beperkingen. De Raad heeft het hoger beroep van appellante ongegrond verklaard en het besluit van het Uwv van 28 november 2007 in de procedure betrokken. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank, voor zover deze was aangevochten, en verklaart het beroep tegen het besluit van 28 november 2007 ongegrond.
De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.