ECLI:NL:CRVB:2009:BH6064
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en medische beoordeling door deskundige
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de intrekking van zijn WAO-uitkering door het Uwv. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij zij de medische beoordeling van de revalidatie-arts P.C.Th. van Aanholt had gevolgd. De rechtbank oordeelde dat de medische grondslag voor de intrekking van de uitkering zorgvuldig was vastgesteld en dat er geen medische informatie was overgelegd die de aanwezigheid van een post contusio beeld ondersteunde. De rechtbank concludeerde dat de belasting in de voorgehouden functies de mogelijkheden van appellant niet overschreed.
In hoger beroep voerde appellant aan dat zijn medische beperkingen ernstiger waren dan door het Uwv was aangenomen, en verwees naar een rapport van zijn medisch adviseur, D.J. Schakel, en een MRI-scan. De Raad overwoog echter dat de argumenten van appellant geen nieuwe gezichtspunten boden ten opzichte van de eerdere procedure. De bezwaarverzekeringsarts had al rekening gehouden met de resultaten van de MRI-scan en de deskundige had deze informatie in zijn beoordeling betrokken. De Raad concludeerde dat er geen beletselen waren om het advies van de deskundige te volgen en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd moest worden.
De Raad besloot dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 13 maart 2009, met de voorzitter G.J.H. Doornewaard en de leden J. Brand en I.M.J. Hilhorst-Hagen.